Veilig is belangrijk, overal en voor iedereen. Met behulp van cameratoezicht is de locatie en/of werkomgeving van uw bedrijf nog veiliger te maken. Als werkgever heeft u uiteraard recht op een goedbeveiligde omgeving. Het is daarom toegestaan een camera te plaatsen bij een benzinepomp of in een supermarkt waar u klanten en medewerkers gedurende een bepaald dagdeel filmt om bijvoorbeeld overvallen te bestrijden en af te schrikken. Hoewel cameratoezicht op uw terrein is toegestaan, moet u zich hier wel over verantwoorden tegenover de ondernemingsraad en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) of de rechter.
Regelgeving en cameratoezicht
Gebruikt u als werkgever digitale opnameapparatuur dan bent u verplicht dit te melden bij het CBP. Indien u als werkgever camera’s plaatst voor beveiliging van personen, gebouwen, terreinen, zaken en productieprocessen kan u op grond van artikel 38 van het vrijstellingsbesluit ontslagen zijn van deze verplichting. Overigens betekent een vrijstelling van melding niet dat de Wet Bescherming Persoonsgegevens niet meer van toepassing is.
Alle camerasystemen (of ze nu beelden vastleggen of niet) zijn te beschouwen als personeel volgsystemen. De ondernemingsraad moet dus haar instemming verlenen voordat er camera’s worden geïnstalleerd. In organisaties waar geen ondernemingsraad aanwezig is, moet het personeel in elk geval worden voorgelicht over het gebruik dat kan worden gemaakt van een camerasysteem, bijvoorbeeld ter bestrijding van diefstal of fraude. Dit kan eventueel zonder instemming van de ondernemingsraad plaatsvinden. Het is echter in praktijk aan te bevelen dat een bedrijf waar incidenteel gebruik wordt gemaakt van camerasystemen dit wel met de ondernemingsraad bespreekt en dit binnen het bedrijf bekend maakt.